Onze Safety Assessor, Ruben Timmerman, verdiept zich elke maand in een allergeen. Door consumenten en bedrijven te informeren over gevaarlijke conserveermiddelen, hoopt SkinConsult bij te dragen aan het behoud van de gezondheid en veiligheid van consumenten.

Deze maand: Wolvetalcoholen (Lanoline)

Wolvetalcoholen, ook wel lanoline of lanoline alcohol genoemd, zijn stoffen die in wolvet voorkomen. Wolvet is een wasachtige substantie die door de talgklieren van schapen wordt uitgescheiden. Zo wordt de vacht van het schaap beschermt tegen invloeden van buitenaf. Nadat wolvet uit schapen geëxtraheerd is, wordt het vaak nog bewerkt om tot een finaal product te komen (Uldahl., 2021). 

Deze bewerkingstappen zorgen ervoor dat de samenstelling van wolvet kan verschillen tussen producten. Ondanks deze variatie zijn er een aantal stoffen die vrijwel altijd in wolvet terug te vinden zijn. Dit zijn de zogeheten wolvetalcoholen. De stof lanoline (ook wel ‘lanolin’ of ‘lanolin alcohol’) is bijvoorbeeld een bekend wolvetalcohol en staat vaak vermeld als ingrediënt wanneer een product wolvet bevat. Deze wolvetalcoholen staan erom bekend dat ze een allergische reactie teweeg kunnen brengen. Dit kan problematisch zijn aangezien wolvet wordt toegepast in allerlei producten, zoals shampoo, crèmes, lippenstift, zeep, zalven, zetpillen, afwasmiddelen, autowas, schoensmeer, enzovoorts. Dat zijn dus behoorlijk wat producten, en goede kennis van de mogelijke allergeniciteit van wolvet alcoholen is dan ook cruciaal.  

Contactdermatitis doorwolvetalcoholen 

Hoewel uit de introductie van dit blog misschien lijkt te blijken dat sensibilisatie door lanolin/wolvet alcohol een uitgemaakte zaak is, is de wetenschap daar zeker nog niet over uit. Het eerste gedocumenteerde geval van een huidreactie op lanoline alcohol dateert uit 1922. Een Duitse man maakte gebruik van een crème met 6% wolvet alcohol, en had hier een allergische reactie op. Wolvet is kort daarna opgenomen in de standaardreeks en is daar nog steeds terug te vinden. 

Echter is er een probleem met de stof lanoline vanwege zijn complexiteit. Zoals eerder vermeld wordt wolvet uitgescheiden door talgklieren van schapen. De samenstelling van de uitgescheiden stof kan variabel zijn op basis van het geslacht van het schaap, de geografische verblijfplaats van het schaap en de verdere bewerkingstappen van de uitgescheiden stof. De stof lanoline is daarom eigenlijk niet één, maar meerdere stoffen. 

Men is er nog steeds niet helemaal over uit welke stof of stoffen precies de veroorzakers zijn van allergische reacties. Dit maakt het uitvoeren van onderzoek naar lanoline dan ook complex. Uit verschillende onderzoeken komen zeer verschillende resultaten naar boven wat betreft de epidemiologische data. De huidige testen die plaatsvinden omtrent lanoline worden bekritiseerd, omdat er wellicht wordt getest met een stof die niet representatief is voor de huidige lanoline in gebruik in producten. Producenten claimen vaak dat de door hun gebruikte lanoline geen gevaar vormt wat betreft mogelijke contactallergie (Uldahl., 2021). 

De prevalentie vanWolvetalcoholen (lanoline) 

Studies over de prevalentie van lanoline zijn zoals eerder vermeld erg variabel. Huidige lanoline patchtesten worden uitgevoerd met Amerchol L101 100%.  Daarnaast test men met Amerchol L101 50% en 30%. Uit deze testen blijkt dat de prevalentie van contactdermatitis van de 100% veel hoger uitvalt dan van de andere versies 3,0-3,7% tegenover 0,53-0,64% (Uldahl., 2021). Dat Amerchol L101 nog steeds hardnekkig ons beeld van wolvetalcoholen vormt, blijkt wel uit recente studies. In 2011 werd er naar buiten gebracht dat er een toename was in het aantal gevallen van lanoline alcohol allergieën. Dit bleek echter te komen omdat er bij de standaard patchtest een verschuiving was van de 30% naar de 50% variant. (Zoe Diana, 2019) 

In vergelijkende studie is een test uitgevoerd met Amerchol L101 in verschillende concentraties. Dit werd vergeleken met verschillende testproducten die lanoline bevatten. Uit deze studie bleek inderdaad dat Amerchol L101 bij 92% van de testpopulatie een positieve reactie teweegbracht, en dat de lanoline bevattende producten dit over het algemeen niet deden (Uldahl., 2021). Een andere studie gebruikte een helende zalf op Petrolatumbasis met een sterk gezuiverde vorm van lanoline alcohol. De zalf is geschikt voor mensen die recentelijk een kleine ingreep hebben ondergaan en heeft een helende werking. In deze functie werd de zalf toegepast op 499 mensen. Wat bleek: geen van hen had een allergische reactie op de zalf (Zoe Diana, 2019). De auteurs van de studie gaven al aan dat dit waarschijnlijk te maken heeft met het feit dat de lanoline alcohol in de zalf een sterk gezuiverde en bewerkte variant is, en dus niet in lijn is met de standaard Amerchol L101 patchtest. Er lijkt dus weinig aan de hand te zijn met Wolvetalcoholen, mits het productieproces en de zuiveringsstappen goed doorlopen worden.  

Veel studies beweren dat Lanoline alcohol inderdaad een prevalentie heeft tussen 1,2 -6,9%. Echter, als men de studies die dit beweren erop naslaat, is de teststof die wordt gebruikt inderdaad atijd Amerchol L101, of een bijna pure vorm van lanoline alcohol. In een andere studie bleek ook dat alternatieve bronnen en producten met lanoline alcohol een veel lagere incidentie hadden van contactdermatitis (Knijp., 2019). Duidelijk is dat een allergische reactie op deze stoffen zeker voor kan komen en voorzichtigheid dus geboden is. Ter voorbeeld: in een grote studie met bijna 80,000 patiënten die werden getest met Amerchol L101 en Lanoline alcohol, leed dit tot positieve reacties bij 2,05% en 1,19% van de patiënten (Uter, 2018). De grote vraag is wel hoe relevant deze cijfers zijn voor de consument, en of dit niet het werk is van overijverige patchtesters zoals in het verleden al eens werd geopperd (Kligmann, 1998). 

Take-homemessage 

 Wolvet-/lanoline alcoholen staan erom bekend dat ze allergeen zijn. Echter lijkt dit vooral gebaseerd op een type lanoline alcohol met de merknaam Amerchol L101. Uit meerdere studies blijkt dat deze stof niet altijd representatief is voor wolvetalcoholen, en dat dit het algemene beeld van deze stoffen vertroebelt. Als de lanoline voldoende gezuiverd en bewerkt is, lijkt dit geen probleem op te leveren voor de consument wat betreft alergeniciteit. Het is nuttig om in de EU en eventueel daarbuiten bepaalde voorwaarden op te stellen voor de zuiverheid van wolvet-/lanoline alcohol, en wellicht af te stappen van het gebruik van Amerchol L101 als de standaard voor patchtesten. Voorzichtigheid blijf natuurlijk geboden, maar op basis van de redelijk conflicterende data (en – ik durf te zeggen – meningen) is het goed om nog eens grondig de positie van lanoline alcohol te heroverwegen.  

 

Referenties

Kligman A. M. (1998). The myth of lanolin allergy. Contact dermatitis, 39(3), 103–107. https://doi.org/10.1111/j.1600-0536.1998.tb05856.x 

Knijp, J., Bruynzeel, D. P., & Rustemeyer, T. (2019). Diagnosing lanolin contact allergy with lanolin alcohol and Amerchol L101.Contact dermatitis,80(5), 298–303. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/30624788/ 

Uldahl, A., Engfeldt, M., & Svedman, C. (2021). Clinical relevance of positive patch test reactions to lanolin: A ROAT study. Contact dermatitis, 84(1), 41–49. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32844454/ 

Uter W, Schnuch A, Geier J.Contact sensitization to lanolin alcohols and Amerchol(R) L101—analysis of IVDK data.Contact Dermatitis. 2018;78:367369. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/29611262/

Zoe Diana, D., Leon H., K., & Darrell, R. (2019). The Low Prevalence of Allergic Contact Dermatitis Using a Petrolatum Ointment Containing Lanolin Alcohol. Journal of drugs in dermatology : JDD, 18(10), 1002–1004. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/31584778/