Wat is immunotherapie?

Immunotherapie wordt ook wel ‘desensibiliseren’ of ‘specifieke allergie vaccinatie’ genoemd. De behandeling is geschikt voor mensen met ernstige allergische klachten bij wie medicijnen niet of onvoldoende werken en die voor niet veel verschillende allergenen (= stoffen die de allergie veroorzaken) gevoelig zijn. Daarnaast is de voorwaarde dat ze niet reageren met hun slijmvliezen op rook en/of parfumstoffen, bij deze patiënten heeft deze behandeling niet veel effect.   

De behandeling bestaat uit tabletten of injecties met een extract van het allergeen waarvoor de patiënt allergisch is. De therapie duurt in het totaal 3 jaar. Het doel van deze behandeling is het afweersysteem tolerant(er) te maken voor dit allergeen, zodat het minder allergisch reageert bij contact met het allergeen. Deze tolerantie blijft in principe ook bestaan als de behandeling gestopt wordt.  

Behandeling

De behandeling start een half jaar voordat het allergeen de meeste klachten geeft.  

  • Huisstofmijt: Huisstofmijten geven de meeste klachten vanaf het najaar. Daarom start de immunotherapie voor huisstofmijt bij voorkeur in het voorjaar.  
  • Stuifmeel: in Nederland komen meerdere soorten stuifmeel voor, de belangrijkste zijn die van bomen en grassen.  
  • Bomen: bloeien van februari t/m mei, de behandeling kan starten vanaf juni. 
  • Grassen: bloeien van mei t/m september, de behandeling kan starten vanaf oktober. 

Wanneer komt iemand voor immunotherapie in aanmerking?

  • De behandeling van de allergische klachten met neussprays, oogdruppels en tabletjes (antihistaminica) heeft onvoldoende resultaat.
  • De allergie beïnvloedt het dagelijks functioneren.  Er ontstaan problemen thuis, op het werk of op school en bij het uitoefenen van hobby’s. 
  • Het is niet mogelijk minder in contact te komen met de stof die de allergie veroorzaakt. 
  • Goed geïnformeerd door de arts over de behandeling met betrekking tot de bijwerkingen, uitvoer en duur van de behandeling en het verwachtingspatroon. Daarnaast zeer gemotiveerd zijn om de intensieve behandeling van 3 jaar te volgen.  

Vormen van immunotherapie

Er zijn twee vormen van immunotherapie, namelijk subcutane immunotherapie (injecties) en orale immunotherapie (tabletten of druppels).  

Subcutane immunotherapie (injecties)

Een uur voor de afspraak antihistamine innemen volgens recept. Dit vermindert de klachten van de injecties. Tijdens de behandeling worden injecties met de stof die de allergie veroorzaken ingespoten. De concentratie wordt wekelijks of tweewekelijks stapsgewijs opgevoerd totdat na ongeveer 10 weken de maximale dosis is bereikt. Na het bereiken van de hoogste dosering wordt het interval van de bezoeken telkens met een week vergroot tot om de zes weken. 

Orale immunotherapie (tabletten of druppels onder de tong)

Een uur voor de afspraak thuis een tablet innemen van het voorgeschreven antihistaminicum. Er zijn twee toedieningsvormen van orale immunotherapie, namelijk druppels onder de tong of tabletten onder de tong. Na inname van de tablet/druppels moet iemand gedurende een half uur in de gaten worden gehouden of er geen ernstige bijwerkingen optreden. Indien dit niet het geval is dan kan de behandeling dagelijks thuis worden voorgezet.  

Combinatie subcutane en orale immunotherapie (injecties en druppels of tablet)

Er wordt gestart met één van beide therapieën. Met welke therapie er wordt begonnen beslist de arts. Soms lukt het niet om beide therapieën in hetzelfde jaar op te starten. Is dit het geval dan wordt de tweede therapie opgestart na het volgende hooikoortsseizoen.  

Met immunotherapie wordt een allergie niet genezen. Wel treedt een vermindering van de symptomen op van 50 tot 80 procent. Soms wordt een patiënt zo goed als helemaal klachtenvrij. 

Het te verwachten succes is afhankelijk van: 

  • De aard van de symptomen. Bij neus- en oogklachten is de therapie het meest succesvol. Bij astma is de behandeling minder succesvol.
  • De aard van de allergie. Immunotherapie heeft het beste resultaat bij een pollenallergie. Het resultaat voor huisstofmijtallergie is meestal minder. 
  • Het aantal allergieën: bij multi-allergie is het resultaat meestal minder.
  • De leeftijd waarop u de immunotherapie begint. Hoe jonger als ude behandeling begint, hoe beter het te bereiken resultaat.
  • De tijdsduur van de bestaande symptomen. Hoe minder lang er symptomen zijn, hoe beter het resultaat. 
  • De maatregelen die worden getrokken om het contact meta allergenen te beperken.